Belasting

 In Nederland ben je volgens de wet verplicht om belasting te betalen. Je betaalt bijvoorbeeld belasting over goederen en diensten. Hierbij kan je denken aan de kapper, een reep chocola die je koopt of bij de aanschaf van een nieuwe telefoon.

 Als je in Nederland inkomen krijgt betaal je ook belasting. Dit noem je loonbelasting.

Met alle belasting die de overheid binnenkrijgt kunnen ze uitgaven doen. Zo kan de overheid nieuwe wegen aanleggen, de politie en uitkeringen betalen etc.

 Er bestaan drie soorten belastingstelsels: progressief belastingstelsel, degressief belastingstelsel en proportioneel belastingstelsel.

 Progressief belastingstelsel

 In Nederland wordt op dit moment gebruik gemaakt van een progressief belastingstelsel. Dat wil zeggen dat hoe hoger je inkomen is, hoe meer belasting je moet betalen.

Als je bijvoorbeeld arts bent heb je een hoog inkomen en betaal je meer procent belasting dan dat je als kassamedewerker in een supermarkt werkt. Bij dit stelsel worden de verschillen tussen inkomens van rijkere en armere kleiner.

De afbeelding boven de theorie op deze pagina geeft een voorbeeld van een progressief belastingstelsel 

 Degressief belastingstelsel

 Een degressief belastingstelsel is het tegenovergestelde van een progressief belastingstelsel. Hier geld: hoe meer je verdient hoe minder belasting je hoeft te betalen. De percentages worden dan steeds lager i.p.v. hoger zoals in het schijvenstelsel box 1. Bij dit stelsel worden de verschillen tussen inkomens van rijkere en armere groter.

Proportioneel belastingstelsel

Bij een proportioneel belastingstelsel betaalt iedereen hetzelfde percentage belasting. Daar is het tarief in elke schijf dus gelijk.